
Over de Amsterdamse Cohort Studies
De Amsterdamse Cohort Studies (ACS) over hiv-infectie en aids begon kort na de eerste gediagnosticeerde aidsgevallen in Nederland. Sinds oktober 1984 worden mannen die seks hebben met mannen (MSM) opgenomen in een prospectieve cohortstudie. In 1985 werd een tweede cohort opgezet voor mensen die (injecteerbare) drugs gebruiken of gebruikten (PWUD/PWID), dat in 2016 werd stopgezet.
Vanaf het begin heeft onderzoek binnen de ACS een multidisciplinaire aanpak gevolgd, waarbij epidemiologie, sociale wetenschappen, virologie, immunologie en klinische geneeskunde zijn geïntegreerd in één onderzoeksteam. Deze unieke samenwerking is zeer productief gebleken en heeft aanzienlijk bijgedragen aan de kennis en het begrip van veel verschillende aspecten van een hiv-1-infectie, evenals andere infecties zoals soa’s (bijv. chlamydia, gonorroe, syfilis), virale hepatitis B en C (HBV en HCV) en het humaan papillomavirus (HPV). Daarnaast heeft de ACS bijgedragen aan onderzoek naar (her)opkomende infectieziekten zoals COVID-19 en mpox. Deze expertise heeft op haar beurt direct bijgedragen aan verbeteringen in de preventie, diagnose en behandeling van deze infecties.
ACS voor mensen die drugs gebruiken of injecteren (PWUD/PWID)
Tussen 1984 en 2016 werden in totaal 1.661 PWUD opgenomen in de ACS, van wie 1.303 ten minste twee cohortbezoeken hadden afgelegd (met een maximum van 78 bezoeken). Deelnemersinschrijving en dataverzameling liepen door tot respectievelijk 2014 en februari 2016. Gegevens en monsters van deze deelnemers uit dit cohort worden nog steeds gebruikt voor onderzoek.
ACS onder mannen die seks hebben met mannen (MSM)
Op 31 december 2020 waren 2.901 MSM opgenomen in de ACS. Elke drie tot zes maanden vullen deelnemers een gestandaardiseerde vragenlijst in om gegevens te verzamelen over medische geschiedenis, seksueel gedrag en druggebruik, psychosociale determinanten, zorggebruik, tekenen van depressie en andere psychische aandoeningen, en demografische gegevens. Daarnaast wordt bloed afgenomen voor diagnostische tests en opslag in de ACS-biobank.
Samenwerkende instituten en financiering
Binnen de ACS werken de volgende verschillende instituten samen om data en biologische monstercollecties samen te brengen en onderzoek te doen.
Deze omvatten:

In voorgaande jaren hebben Stichting Sanquin Bloedvoorziening, Medisch Centrum Jan van Goyen en het HIV Focus Center van de DC-klinieken ook bijgedragen aan de monster- en dataverzameling, die nog steeds wordt gebruikt in lopende onderzoeksprojecten.
Daarnaast zijn er talrijke samenwerkingen tussen de ACS en andere onderzoeksgroepen, zowel binnen als buiten Nederland.
De ACS wordt financieel ondersteund door het Centrum voor Infectieziektenbestrijding Nederland van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM-CIb).

ACS-team
Het ACS-team bestaat uit wetenschappers met verschillende achtergronden, promovendi, studieverpleegkundigen, artsen en datamanagers. De dataverzameling vindt plaats bij de GGD Amsterdam en aanvullende laboratoriumtesten worden uitgevoerd bij het UMC Amsterdam, locatie Meibergdreef. De studie wordt aangestuurd door de stuurgroep. De adviesraad adviseert over de wetenschappelijke richting van de studie.
